De vleselijke woning’, van Adèle Bloemendaal, ken je dat? Dat vind ik zo’n mooi lied: Als de balken gaan verzakken/ Het behang dat bladdert af/Als de deurscharnieren piepen/ Zwijgt de huis baas als het graf/ Last van tocht, last van lekkage/In de woning die hij gaf/De huis baas denkt niet aan herstellen/ Ook al peiger je het af.’
‘Je hebt je lichaam te leen, maar dat betekent niet dat je het moet laten verkrotten. Als het verval intreedt en het zint je niet, kun je er toch prima iets aan doen? Ik zou het iedereen aanraden.’ ‘Ik organiseer grote congressen en evenementen, vooral voor de zakelijke markt. Ik werk daarbij samen met zangers, sprekers, acteurs–mensen die vaak op een podium staan en die veel aandacht aan hun uiterlijk besteden. Voor mij is een goede verzorging ook belangrijk: ik kan het me in mijn werk simpelweg niet veroorloven groezelig voor de dag te komen. Maar ik vind het ook gewoon leuk om er goed uit te zien.’
‘Vroeger was ik een zon aanbidder. Als het even kon, toog ik naar het strand om in de zon te liggen bakken. Dat doe ik allang niet meer, maar de gevolgen zijn wel zichtbaar: sinds mijn veertigste zie je vouwen en rimpels in mijn gezicht. Nu heb ik van mezelf al een huid die snel plooit – een familie dingetje. En ik rook weleens een sigaret, dat helpt natuurlijk ook niet.’
‘Vier jaar geleden ben ik dus maar eens gaan informeren bij een kliniek. Snijden was geen optie, ik hoef echt geen dertig te lijken. En ik hou ook niet van een platgespoten mimiek. Dat zie je al van verre, net als mannen die hun haar verven. Geen gezicht. Bij de intake maakte de arts foto’s en vertelde hij wat hij voor me zou kunnen doen. Botox in mijn voorhoofd om de rimpels te verminderen, fillers in mijn traangootjes tegen de wallen en fillers in mijn wangen om de groeven kleiner te maken. Hij suggereerde ook een ooglift, maar dat vond ik nog wat vroeg.’
‘Twee, drie keer per jaar ga ik nu voor onderhoud. Het is zo gepiept: even kletsen met mijn arts, dan jast hij de prikjes erin en na twintig minuten sta ik alweer buiten. Van het in brengen van de botox merk je echt bijna niets, wel voelt mijn voorhoofd nadien een week als een stijve, strakke plaat. Fillers zijn iets pijnlijker doordat de huid, bijvoorbeeld rond de lippen, gevoeliger is. Soms hou ik er een blauw plekje aan over, maar dat is zeker geen groot drama.’
‘Als ik net ben geweest, krijg ik vaak complimenten. “Wat zie je er goed uit, ben je op vakantie geweest?” Hoewel mijn handen en hals natuurlijk mijn echte leeftijd verraden, word ik meestal jonger geschat. Dat is fijn, maar ik voel me er ook gewoon beter bij. Ik kan me voorstellen dat dat voor sommigen verslavend werkt.’
‘Fillers zijn gemaakt van lichaamseigen stoffen, maar botox niet. Ik vertrouw er maar op dat het mijn lichaam geen kwaad doet, al weten we daar het fijne nog niet van. Ach, ik ben intussen op een leeftijd dat ik denk: dat overleef ik wel.’
‘Ik ben open over mijn ingrepen. Het kan me niet schelen wat de mensen denken, maar ik merk dat het voor veel mannen een taboe is. Je mag als man kennelijk niet toegeven dat je ijdel bent en moeite hebt met ouder worden.
Van vrouwen wordt dat wel normaal gevonden. Wat een onzin is dat toch.
Dit artikel is verschenen in het Financieel dagblad.